Selecteer een pagina

Internationalisering in het onderwijs is een breed begrip. Voor velen is de eerste associatie: een ervaring in het buitenland: stage lopen in het buitenland, onderwijs volgen in het buitenland. Het is echter al een hele tijd meer dan dat. Internationalisering in het onderwijs wordt tegenwoordig vaak benaderd als het middel om studenten voor te bereiden op de internationale en interculturele dimensies van het leven, leren en werken.

Uitgangspunt is dat er overal internationale (en interculturele) dimensies zijn. Dat wat er gebeurt op wereldniveau raakt iedereen over de hele wereld (hoewel er misschien nog enkele uitzonderingen zijn te vinden als kleine gemeenschappen in het oerwoud en eilanden, maar ook dat valt te bediscussiëren). Wat er gebeurt in de regio’s in Nederland hangt hoe dan ook samen met grotere ontwikkelingen – ontwikkelingen in Nederland, de Europese gemeenschap, Europa en in de wereld.

Het woord “internationalisering” en wat het nu precies behelst, roept wel vaker interessante gesprekken op. Zo bestaat het woord “internationalisering” uit de woorden “inter” en “naties”. Het heeft dus iets te maken met “tussen staten” oftewel over de landsgrenzen heen. Maar hoe hangt dat dan samen met de interculturele dimensie? Want ook binnen onze landsgrenzen zijn mensen met verschillende culturele achtergronden. Er zijn mensen met diverse culturele achtergronden omdat er migratiestromen zijn, er interculturele/ internationale huwelijken worden gesloten, arbeidsmigranten die tijdelijk – of voor langere tijd – in ons land wonen en werken, de verschillende regio’s andere histories kennen.

Als we internationalisering benaderen als een middel is om studenten ergens op voor te bereiden, dan is – mijn inziens – de eerste vraag waar je studenten dan precies op wilt voorbereiden. Een vraag die je op veel verschillende manieren kunt beantwoorden en waar volgens mij geen “één weg naar Rome” voor is. Dit is afhankelijk van veel factoren:

  • De opleiding die een student volgt.
  • De regio waar de student woont en studeert – mede ervan uitgaande dat de studenten grotendeels in de regio blijven wonen en werken. Scherper nog: de samenleving en de arbeidsmarkt van de regio.
  • De visie van de school, zowel op onderwijs als op internationalisering
  • De visie van de opleiding – op onderwijs en internationalisering – en de focus van de opleiding – meer gericht op doorstroom of op de arbeidsmarkt of duidelijk op beiden. Met andere woorden: de visie van een opleiding over de afgestudeerde die ze graag wil afleveren.

Eigenlijk ligt de belangrijkste vraag in de laatste zin die ik schreef en nog een keer herhaal: welke afgestudeerde wil je als opleiding afleveren?

Als organisatie – zowel als ROC- als op school-, college- en zelfs opleidingsniveau – ligt de uitdaging om die vraag te beantwoorden. Want als je weet welke student je wilt afleveren, dan kan je ook bepalen welke internationale en interculturele elementen daar in (zouden moeten) zitten.

Als je dat helder hebt, kun je vervolgens nadenken over de manier waarop je dat wilt bereiken in de periode dat studenten aan jouw opleiding verbonden zijn. Dat kan in het formele curriculum, door na te denken hoe je studenten tijdens de opleiding wilt laten groeien op dat gebied. Dus: wanneer bied je wat aan in de opleiding en wat is de rode draad daarin? Het kan ook door activiteiten aan te bieden buiten het formele curriculum, zoals een internationale week, lezingen over internationale onderwerpen, vrijwillige bezoeken aan internationale bedrijven, etc. Daarnaast wordt er ook nog gesproken over het verborgen curriculum. Ik vind dit laatste een lastig grijpbaar thema. Een vraag die ik hierbij vind passen is: hoe internationaal (en cultureel inclusief) is de cultuur binnen de organisatie?

Als het gaat om internationalisering in het onderwijs, zou je volgens mij dus moeten beginnen bij het eindpunt. Centraal staat de vraag: hoe ziet jullie afgestudeerde eruit? Wat wil je je studenten meegeven in hun bagage? Daarna volgt de vraag: hoe wil je dat gaan bereiken? Hierbij is het ook van belang om na te denken over de manier waarop je kan toetsen welke kennis, kunde en houding de student heeft aan het einde van de rit. Uiteraard is het daarnaast ook wijs om te evalueren of de gestelde doelen worden bereikt met de gekozen weg?  Er zijn dus voldoende vragen waarover je als team met elkaar in gesprek kunt gaan om internationalisering daadwerkelijk te integreren in je onderwijs. Stapje voor stapje vooruit, vanuit het einddoel naar de concrete activiteiten.